Veel is al geschreven over de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) die per 1 januari van kracht is. Mogelijk zijn er nog een paar onderdelen die niet (meer) duidelijk waren of die u nog niet wist. Eerst nog even de belangrijkste wijzigingen op een rij:

• U mag nu 3 tijdelijke contracten geven in 3 jaar tijd in plaats van in 2 jaar tijd.
• De transitievergoeding is al vanaf dag 1 van toepassing en niet pas na 2 jaar en er geldt een vaste berekening van 1/3 maandsalaris per dienstjaar (onafhankelijk dus van leeftijd en dienstjaren).
• Ontslag is nu ook mogelijk als er meerdere redenen zijn voor het ontslag die samen voldoende aanleiding geven om het dienstverband te beëindigen.
• Een werknemer werkzaam in een flexcontract (zoals 0-uren en min-max) moet na 12 maanden een arbeidsovereenkomst aangeboden krijgen op basis van het gemiddelde aantal uren in de afgelopen 12 maanden.
• De WW-premie is niet meer afhankelijk van de sector waarin het bedrijf actief is. Wel is er een onderscheid tussen contracten voor onbepaalde tijd (premie 2,94%) en bepaalde tijd/flexibele contracten (premie 7,94%).

Natuurlijk zijn er ook nog wat administratieve verplichtingen.

• Het soort contract (flexibel of vast) moet op de loonstrook staan.
• In de salarisadministratie moet de juiste vastlegging plaatsvinden voor de toepassing van de juiste WW-premie.
• Voor toepassing van de lage WW-premie moet er een door beide partijen ondertekend document in het personeelsdossier zijn opgeslagen, waarin staat dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (ook al is dit van rechtswege al van toepassing).

Gelukkig heeft u tot 1 april van dit jaar de tijd om de administratieve verplichtingen te regelen.
Het lijkt tot dusver best overzichtelijk. Maar er zijn wel enkele bijzonderheden die het (nog) uitdagender maken.

• Wil een werknemer de flexibiliteit behouden van een flexibel contract? Leg dan schriftelijk (door beide partijen ondertekend) vast dat een voorstel is gedaan, maar dat werknemer daarvan geen gebruik wil maken. Dit voorkomt een loonclaim!
• Doet u geen voorstel voor een vast aantal uur? Dan kan de werknemer met terugwerkende kracht alsnog het bijbehorende salaris claimen. Dat kan oplopen tot een flink bedrag!
• Op BBL-werknemers en werknemers die jonger zijn dan 21 jaar en daarbij maximaal 12 uur per week werken geldt altijd de lage WW-premie.
• Wordt er bij u veel overgewerkt? Dan kan u zomaar geconfronteerd worden met de hoge WW-premie. Bij vaste contracten kleiner dan 35 uur per week, waarbij 30% meer wordt gewerkt op jaarbasis, wordt met terugwerkende kracht alsnog de hoge premie in rekening gebracht. Zo kan overwerk u ineens duizenden euro’s extra kosten!

Alles bij elkaar is het niet overzichtelijker geworden, kan het u meer geld gaan kosten of soms juist minder. Ons advies is dan ook: beoordeel samen met één van onze adviseurs uw situatie. Dit voorkomt extra (onverwachte) kosten en kan in sommige gevallen zelfs geld opleveren.